KLEI MOOI – (Flair)

Klei Mooi Flair November 2020

Een greep uit het aanbod van het Brugse Kafé Keramiek: initiaties, lessenreeksen pottenbakken en een masterclass keramiek. Hier wil men het pottenbakkersambacht voor iedereen toegankelijk maken en de zin voor ambacht, handwerk en creativiteit aanwakkeren.
PS: er is ook een shop voor wie het liever aan de pro’s overlaat.

Via volgende link kan je het ganse artikel lezen – FLAIRN24NOV

Claycation in Kafé Keramiek (BLVRD 17)

Claycation in Kafé Keramiek BLVRD 17

Heb je nog geen reisplannen voor deze zomer of zoek je het liever niet te ver? Geen nood, want ook voor de thuisblijvers zijn er tal van hippe alternatieven om een onvergetelijke vakantie te beleven. Zo biedt Kafé Keramiek CLAYCATION workshops voor zowel beginners als gevorderden. Iedereen kan deze zomer terecht in het atelier in de Baron Ruzettelaan om te proeven van deze unieke hobby. Met het CLAYCATION concept leer je tijdens een vierdaagse workshop alle ins & outs van de pottenbakkunst. Maak kennis met de sympathieke eigenares en oprichtster van Kafé Keramiek, Mieke. Tijdens het gesprek met BLVRD vertelt ze enthousiast over haar passie.

Kafé Keramiek biedt lessen en workshops pottenbakken aan. Hoe zijn jullie gestart?

Een 5-tal jaar geleden ben ik gestart met pottenbakken uit een zoektocht naar voldoening, creativiteit en balans in mijn leven. Op dat moment stond de oude schrijnwerkerij van mijn grootvader op de Baron Ruzettelaan leeg. Ik vond het altijd al een supertof pand op een prachtige locatie. Ook had ik zin om iets zelfstandig op te starten. Ik installeerde mijn draaischijf in het pand en begon te schrijven aan mijn business plan. Ook maakte ik mensen warm voor mijn project. Ik liet me goed omringen, volgde mijn geluk en stap voor stap mijn ondernemingsdroom. Twee jaar geleden ben ik dan gestart met een crowdfunding project via ulule, het grootste crowdfunding platform van Europa. Met de crowdfunding behaalden we niet alleen een groot bedrag voor de opstart, maar tegelijkertijd hadden we ook een groep ‘early birds’ die zich inschreven voor initiaties en lessenreeksen. De opstart was een succes.

Kun je wat meer vertellen over het project Claycation dat deze zomer en dit najaar zal plaatsvinden?

De Claycation van Kafé Keramiek geeft de mogelijkheid om mensen een vaardigheid te leren i.p.v. op reis te gaan. Onze Claycations zijn intensieve 4-daagse lessenreeksen waarin we op een korte tijd de basis van het pottendraaien aanleren en onze grenzen verleggen met klei. De bedoeling is om gebruikskeramiek te maken om zelf thuis te gebruiken. Tassen, kopjes, kommen, borden en voor de meer gevorderde draaiers grotere vormen, reeksen, flessen en vazen. Nadat de stukken gedraaid en afgedraaid zijn gaan ze voor de eerste maal in de biscuitbak om daarna te kunnen glazuren. Er is na de 4-daagse nog een extra ‘glazuurmoment’ in Kafé Keramiek waarin de cursisten kunnen kiezen tussen een 14-tal glazuren. We werken intensief in kleine groepjes van 10 personen en er is begeleiding van Manu Vanherp, hij werkt fulltime als pottenbakker, en mezelf. Leuk weetje, Manu ontving in 2019 het ‘Handmade in Brugge’ label.

Jullie bieden ook Claycations op maat van jongeren aan, hoe gaat dat in z’n werk?

De Claycations die wij deze zomer inrichten zijn voor jongeren vanaf 16 jaar en volwassenen. We plannen dit najaar Claycations voor tieners vanaf 11 jaar. We merken dat er vraag. Jongeren kunnen echt gebeten worden door de kleimicrobe. We willen onze kennis en vaardigheden graag doorgeven aan hen. De doelstelling is dezelfde als de Claycations vanaf 16 jaar, maar de aanpak en opbouw van de lessen zijn anders. Ook kijken we naar de interesses van de tieners qua vorm/decoratie en spelen we hierop in.

Pottenbakken heeft soms een wat ‘ouderwets’ imago en is niet de meest aantrekkelijke hobby voor jongeren. Hoe kijk jij hier tegenaan? Merk je een toenemende interesse of blijft het vooral een ouder publiek?

De ‘revival’ van ambachten is al een tijdje bezig. Er is dus toekomst voor de ambacht. De vraag naar ‘handmade’ is groot en mensen hebben behoefte om terug met de handen te werken. Veel jongeren hebben nadat ze afgestudeerd zijn een bureaujob waar ze weinig voldoening aan hebben. Creatieve mensen (vb. Architecten) zitten vaak uren per dag achter hun computer waardoor hun creativiteit niet voldoende geprikkeld wordt. Het werken met de handen en het draaien op zich zorgt ervoor dat mensen terug op een andere manier geprikkeld worden. We zijn ervan overtuigd dat als we jongeren al vroeg laten kennis maken met klei dit alleen maar positief kan zijn voor hun ontwikkeling: ‘Pottery is good for body, mind and soul’.

Nu is het belangrijker dan ooit om lokaal te consumeren en te leven. Op welke manieren probeer jij de jonge Bruggelingen enthousiast te maken?

Het atelier van Kafé Keramiek is uitstekend gelegen aan de Brugse Vaart. In 2021 zullen er grote werken van start gaan langs het kanaal en aan de Steenbruggebrug met als resultaat dat het water dichter zal komen bij het atelier. Dit lijkt mij een uitstekende ligging voor een pop-up zomerkafé. Op termijn zouden we bij Kafé Keramiek graag een mooi terras hebben waar we lokale dranken schenken in keramiek die ook te koop is en lokaal vervaardigd werd. Zo laten we de jongeren en mensen onze keramiek beleven en maken we ze warm om de ambacht zelf aan te leren. Wanneer de werken precies zullen starten aan de brug en vaart staat nog niet vast, maar we kijken al uit naar de nieuwe plannen!

In september bestaan jullie 2 jaar, wat hebben jullie allemaal in petto om dit te vieren?

We willen graag onze 2de ‘Kafé Keramiek Ceramic Maker Market’ organiseren. Een 12-tal pottenbakkers en keramisten zullen er hun functionele keramiek verkopen. We bieden drinks & food aan en er zullen korte sessies ‘Feel For The Wheel’ zijn. Alleen moeten we nog eens brainstormen hoe we dit allemaal Corona proof kunnen aanbieden. Jongeren die interesse hebben, kunnen zich alvast inschrijven op de nieuwsbrief van Kafé Keramiek en via Instagram word je zeker op de hoogte gehouden!

Tekst: Jolien Van Acker.
Foto’s: Atlesque.
Uit BLVRD Magazine editie #17.

Mijn Parcours (Nina)

De hobbelige weg naar succes
Op een dag vind je de job aan je dromen, maar daar gaat vaak een hele (hobbelige) weg aan vooraf. Elke week vertelt een straffe madam over haar carrière. Van de grappigste flaters tot de meest gênante momenten en grootste successen. Deze week: Mieke Ver Eecke, oprichtster van het atelier Kafé Keramiek.

Eigenlijk heb ik best lang gezocht voor ik mijn weg vond. Zodra ik mijn hogeschooldiploma communicatie op zak had, rolde ik van de ene job in de andere, maar het was nooit echt mijn ding. Onderwijs, horeca, overheid, verkoop, alles is de revue gepasseerd en niets klopte volledig. Als werknemer moet je in een stramien passen en kon ik me nooit ten volle ontplooien. Acht uur in een duf kantoor, omringd door mensen die je niet zelf kiest, ik werd daar echt ongelukkig van. Dus bleef ik zoekende. En vroeg ik me af wat er toch mis was met mij. Door al dat stilzitten kreeg ik bovendien tromboses in mijn benen. Mijn lijf wist sneller dan mijn hoofd dat het anders moest. Om in balans te komen ben ik een driejarige pottenbakcursus begonnen. In de oude schrijnwerkerij van mijn opa installeerde ik een draaischijf en daar deed ik mijn ding. Vaak met drie truien, een jas en een muts aan. En hoe meer klei ik kneedde, hoe duidelijker het werd. Het eerste jaar brainstormde ik over mogelijke namen, in jaar twee schreef ik mijn businessplan. Bij mijn marktonderzoek kwam ik erop uit dat het cursusaanbod keramiek heel mager was. In de VS vind je keramiekateliers aan tal van universiteiten, het is de plek waar IT’ers tot rust komen. In Londen runt Tallie Maughan met Turning Earth een bevlogen atelier met vrije toegang. Op een congres heeft zij me overtuigd dat crowdfunding de manier was om mijn droom te realiseren. Ook dat congres zelf gaf een immense boost. Je zit samen met pottenbakkers van Zweden tot Israël, en die gebundelde inzichten geven kracht. Daarna liep de opstart van mijn eigen zaak bijna vanzelf. Intussen is Kafé Keramiek één jaar oud en is de oude schrijnwerkerij van mijn opa een bloeiend atelier met vrije toegang. Tal van inspirerende keramisten geven workshops, ik coördineer en creëer. Mijn pad was grillig, maar elke job langs die weg heeft vandaag zijn nut. En de beloning maakt alles goed.”

Grootste geluk

“In Londen heb ik beseft dat die pottenbaktrend geen hype was, maar een echte verandering in de maatschappij. We hebben collectief genoeg van massaconsumptie en willen allemaal bewuster consumeren en terugkeren naar een eenvoudiger leven. Door zelf dingen te creëren verstil je niet alleen, maar verandert je koopgedrag ook.”

Beste advies

“Voka, Unizo en zowat elke bank hebben programma’s op maat van starters. Het komt erop aan om te checken met wie je een match hebt. Ik voelde me het best bij Go4Business van Unizo. Daarnaast heb ik ook een cursus financieel beleid gevolgd, dat blijft uiteindelijk de kern van je businessplan.”

Beste keuze

“Voor de opstart heb ik voor crowdfunding gekozen via Ulule. Het is een heel krachtige tool voor kleine starters. Want nog voor de deuren opengaan, heb je zo al een groot netwerk opgebouwd. Het helpt je dus niet alleen financieel, maar zet je project ook meteen op de kaart Ik zou het zo opnieuw doen.”

Grootste inzicht

“Op een bepaald moment blokkeerde mijn lijf en was ik zowel fysiek als mentaal op. Dan weet je dat het écht tijd is om je hart te volgen. Je kan gewoon niet anders. Op de pauzeknop drukken dus en even uit de ratrace stappen. Alleen zo kom je erachter welk pad voor jou het juiste is.”

Ambachten maken het weer goed (Artikel De Morgen)

Met uitsterven bedreigd onder de kerktoren, gereanimeerd dankzij het digitale
uitstalraam: ambachten kennen de laatste jaren een heuse revival. Wie een opleiding tot
pottenbakker of goudsmid wil volgen, houdt dan ook best rekening met een ellenlange
wachtlijst.
“Dat is het voordeel van vuile handen: je kan niet zitten prutsen met je smartphone.” In het
keramiekcentrum van Françoise Busin in Waarschoot zijn de cursisten in opperste
concentratie bezig en draait de klei dezer dagen op volle toeren. Voor afleiding is geen plaats
en dat spreekt duidelijk aan. Bij elke keramiekles die op de site wordt aangeboden, staat een
groen kadertje: ‘wachtlijst’. “We hebben de lijsten dit jaar zelfs moeten blokkeren”, zegt ze.
“Voor elke les stonden er meer dan 40 namen op.”

Ga gerust de uitdaging aan: een lessenreeks pottenbakken of keramiek vinden in Vlaanderen,
zeker ’s avonds, is vandaag een queeste. “Wellicht een deel te wijten aan het Pascale
Naessens-effect”, verwijst Busin naar de groeispurt sinds het aardewerk vorig jaar in de
gezonde kookboeken van Naessens opdook. Toch lijkt het eerder de exponent van een veel
bredere golf: heel wat ambachten zijn de laatste jaren aan een serieuze bloei bezig.
Dat blijkt uit de opleidingscijfers van Syntra. De voorbije vijf jaar steeg het aantal cursisten
die een ambacht leren met 8 procent, van 1.053 naar 1.137. Binnen de opleidingen
pottenbakken, en goud- of kunstsmid zijn de aantallen soms meer dan verdubbeld en is
wachten vaak het devies. “Maar ook voor boekbinden lassen we de tweejaarlijkse cursus sinds
kort elk jaar in”, zegt Evelyne Demey, opleidingsverantwoordelijke bij Syntra West. “Vaak
gaat het om mensen die hun drukke job wat willen ontvluchten, maar ongeveer een derde doet
het echt om een carrièreswitch te maken, toch zeker in bijberoep.”

JACHTIGE JOBS
Het is geen toeval dat de 19de editie van de Erfgoeddag komende zondag in het teken staat
van het ambacht met de tagline ‘Hoe maakt u het?’. “We proberen met zo’n dag niet in het
verleden te blijven plakken, maar net in te spelen op wat relevant is”, zegt Roel Daenen van
Faro, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed. “Wat je vandaag ziet is dat mensen weer

iets willen scheppen met hun handen: van barbier tot kunstsmid, of het brei- en naaiwerk dat
al langer in de lift zit.”

Volgens Joeri Januarius, coördinator bij expertisecentrum ETWIE, komt de heropleving
vanuit de Angelsaksische landen overgewaaid, waar eerst een ‘do it yourself’-trend ontstond
die nadien oversloeg in een beweging van ambachtslieden – of de hippere term: makers. “Die
nood is vooral ontstaan door de jachtige jobs die veel mensen hebben. Vandaar dat vooral
ambachten het goed doen waar je vrij snel tot een mooi eindproduct kan komen. Tijdens een
workshop keramiek kan je bij wijze van spreken al een bord maken waar je de dag nadien uit
eet.”

Het thuisateliertje van ‘goudsmid in spe’ Fien Demuynck in Gent. Beeld Wouter Van
Vooren

Busin beaamt dat vanuit de gesprekken die ze met haar cursisten voert. Dezelfde termen
komen vaak terug: last met de workload, burn-outverschijnselen, een zoektocht naar
zingeving. “Zelfs mensen die door therapeuten worden aangeraden om iets met de handen te
doen”, merkt Busin. Al is dat laatste geen algemene formule, zegt Koen Lowet van Belgische
Federatie van Psychologen. “Het klopt wel dat heel veel mensen zich vandaag voorbijlopen in
de vele verwachtingen die in onze maatschappij heersen, zowel in als naast de job. Vaak
zoeken we dan samen naar een passie die ze kunnen oppikken. Dat kan inderdaad een
ambacht zijn.”

In hoeverre het hippe circuit aan lessenreeksen, initiaties en workshops ook effectief nieuwe
ambachtelijke ondernemers oplevert, is moeilijk te zeggen. Pas sinds 2016 is er vanuit het
FOD Economie een erkenning als ambachtsman of -vrouw. In het register kwamen er het
laatste jaar zo’n 550 ondernemingen bij, wat een totaal geeft van 1.555, maar dat kan dus een
vertragend effect zijn.

Toch geeft Januarius aan dat die erkenning, samen met andere initiatieven zoals de Dag van
de Ambachten, een nieuwe smoel hebben gegeven aan het ambacht. “De laatste tien jaar
wordt er opnieuw in ambachten geïnvesteerd vanuit verschillende hoeken”, zegt Januarius.

Zo speelde cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) in 2018 in op die belangstelling met 27
gesubsidieerde ‘meester-leerling-trajecten’, ter waarde van 1 miljoen euro. Ook Unizo
creëerde een aantal jaar geleden een ‘Handmade in Belgium’-label om ambachtelijke
producten geloofwaardigheid te geven. “Nu nog delen we dat bijna dagelijks uit aan een
onderneming”, zegt woordvoerder Filip Horemans, die ziet dat de vorming van “een
community” vruchten afwerpt.

PRIMARK
“De afgelopen tien jaar is er echt een nieuwe mindset binnengeslopen: waar ambachtslieden
zich vroeger in geheimhouding hulden, delen we nu onze kennis”, zegt de Antwerpse
glasblazer Frederik Rombach. Het lijkt wel een paradox: hoe de ambacht bijna begraven werd

onder het stof van de kerktoren, maar nu gereanimeerd wordt in digitale tijden dankzij een
trendy makerscultuur. “Je bereik is dan ook niet meer je buur of je dorp, maar de hele wereld.
Via sociale media kan je heel goed een bepaalde doelgroep aanspreken.”
Geruggensteund door YouTube-vlogs, Instagram-portfolio’s en Facebook-events vinden
steeds meer mensen hun weg naar die opengestelde ateliers, ook voor de producten. “Mensen
willen weer lokaal en eerlijk kopen”, zegt Januarius. “Maar laat ons wel realistisch zijn: een
ambachtsman of – vrouw gaat niet meteen de Primark uit de markt concurreren. Er hangt nog
steeds een prijskaartje aan vast.”

GETUIGENISSEN: DRIE AMBACHTSLIEDEN DIE HET PROBEREN TE MAKEN
Fien De Muynck (28) – goudsmid in opleiding uit Gent

Fien De Muynck. Beeld Wouter Van Vooren
“Op een bepaald moment haal je een universitair diploma en is een bureaujob de logische
volgende stap. Maar ik ben een beetje een ADHD’er. Ik voelde al heel snel aan dat zo’n hele
dag achter de computer me gewoon niet als gegoten zit.” Fien Demuynck (28) werkt nog
steeds in de marketingsector, maar stootte zo’n drie jaar geleden op iets dat haar wel volledig
als gegoten zat: een trouwring, en de goudsmid waar ze in de zoektocht naar een uniek stuk
terechtkwam.

“Samen nadenken over het design, van dichtbij volgen hoe detaillistisch zo’n goudsmid te
werk gaat, dat triggerde me onmiddellijk.” Een workshop later schreef De Muynck zich in bij
Syntra Kortrijk voor de cursus ‘juwelier-goudsmid’. “Wat ik geweldig vind, is dat je moet
blijven nadenken: bij het uitrekenen van het soortelijk gewicht van een bepaald metaal, komt

er best wel wat wiskunde aan te pas. Tegelijk is het heel makkelijk om je hoofd even af te
schakelen van alle bliepjes, notificaties en mails op je computer of smartphone. Soms moet
dat ook: je mag echt niet afgeleid zijn als je in een stuk metaal aan het zagen bent.”

De hoop is om op termijn aan de slag te gaan als zelfstandig goudsmid, eventueel in
bijberoep. “Voorlopig blijft het bij een eigen ateliertje thuis, waar ik vooral goudwerk maak
op vraag van vrienden en familie. Al is ook dat wel speciaal hoor, dat ze mij bijvoorbeeld hun
trouwringen toevertrouwen. Het blijft uiteindelijk iets wat, dat hoop ik toch, de rest van hun
leven rond die ene vinger zal hangen.”

Mieke Ver Eecke (40) – pottenbakker in Brugge

Mieke Ver Eecke. Beeld Wouter Van Vooren
“Het resultaat van een zoektocht naar voldoening”, noemt Mieke Ver Eecke (40) de plotse
omzwaai die ze in haar leven maakte. In verschillende sectoren hopte ze van bureaujob naar
bureaujob, tot ze via een workshop met pottenbakken in contact kwam en een opleiding bij
Syntra in Brugge volgde. “Na het werk had ik sowieso al de neiging om rust te zoeken door
met mijn handen te prutsen: schilderen, kleine kastjes renoveren, enzovoort. Bij pottenbakken
had ik plots een gevoel: dit wil ik blijven doen, dit is waar mijn geluk ligt.”

Dat gevoel volgde ze. Eind 2018 startte ze in Brugge na een succesvolle crowdfunding met
Kafé Keramiek, een zogenaamd ‘open access’-atelier waar momenteel zo’n 25 vaste leden
flexibele uurtjes komen draaien en ook lessenreeksen en workshops worden aangeboden.
“Een fitnessruimte voor pottenbakkers, zeg maar”, lacht ze. “Mensen hoeven zelf geen duur

atelier in te richten, lopen binnen wanneer ze willen en delen hun passie en kennis met elkaar.
Ze zitten niet op een eilandje, het is echt een gezellige community.”

“Door de snelle groei moet ik nu vreemd genoeg wel opletten dat ik mezelf niet voorbij hol,
maar de balans tussen het cognitieve en het rustgevende zit wel snor: het Kafé moet draaien,
maar zelf blijf ik ook potten draaien.” En dat allemaal in het oude schrijnwerkerspand van
haar grootvader. Een stukje nostalgie? “Toch wel. Ik heb hier als kind vaak gespeeld, het is
echt een pand met een ziel. De oude schrijnwerkersbank van mijn grootvader is nu mijn
bureau.”

Norman Martens (39) – taxidermist in Antwerpen

Norman Martens. Beeld Tine Schoemaker
“Sinds jongs af aan heb ik een fascinatie voor alles wat in de natuur loopt, vliegt en krioelt”,
vertelt Norman Martens (39). Een verblijf in Suriname op het einde van zijn toerismestudies
bracht hem voor het eerst in contact met taxidermie, door vlinders te gaan prepareren en
opzetten. “Die passie werd steeds groter, zeker voor vogels. Na een kleine tien jaar als
hobbyist heb ik mijn vleugels uitgeslagen.” In 2014 maakte hij de opleiding af, in 2016
opende hij de shop Sir-Arthur in Antwerpen.

“Waarom het zo lang duurde? Het vergt toch een beetje lef om van zo’n ambacht je beroep te
maken. In een vogel van het formaat van een Rosella (een soort parkiet, MiM) steekt een dag
werk, alles wat kleiner is nog meer omdat je het pincet voorzichtig moet hanteren. Dan is de
vraag: kan ik hier mijn brood wel mee verdienen?”

Dat lukt dus aardig. “Klanten krijgen hier geen stuk uit een grotere serie, maar iets dat ‘one of
a kind’ is, op maat van hun wensen. Een vogel die op ooghoogte moet komen, krijgt een
andere stand dan eentje die op de vloer staat. Die persoonlijke aandacht waarderen ze.”

“Doordat ik enkel met natuurlijk gestorven materiaal werk, is mijn werk heel divers: de ene
dag een ijsvogel, de andere een kanjer van een zwarte zwaan. En er hangt heel vaak een traan
aan vast, een persoonlijk verhaal dat je mag delen met de klant. Dat is voor mij even
belangrijk als het ambacht. Als mensen me achteraf vertellen dat zo’n beestje in hun thuis een
soort tweede leven heeft gekregen, is dat het mooiste compliment.”

PDF: https://drive.google.com/file/d/1REy69tfRmOtXMlYxRrfnrLwpFEfKsD64/view?fbclid=IwAR1Ni3XNZNuz_YAKSkOL6OG7dcQ9bHkHjMM-1Jh6KSf7MS1K01RPtGJp2SU

Wat moet dat kosten? Pottenbakken (Artikel De Standaard)

Ambachten zijn hip. Veel hoogopgeleide middenklassers willen opnieuw met hun handen werken. Al jaren publieksfavoriet: pottenbakken. Maar wat kost dat eigenlijk, zelf een servies maken aan de draaischijf?

Cursus
U dacht dat het moeilijk was om tickets voor Tomorrowland te kopen? Probeer maar eens binnen te geraken bij een cursus pottendraaien. De ateliers kunnen de vraag amper bijhouden. Wie potten wil leren bakken, moet geduld hebben, getuigt Françoise Busin, al 30 jaar keramiste en al 22 jaar lesgeefster in Waarschoot (Keramika). ‘In een poging de vraag bij te benen, opende ik in 2014 een groter atelier. Maar zelfs met de extra wekelijkse lessen is alles meteen volzet.’
Ook wie een plekje wil aan de draaischijven van Caro-K, het atelier van Caroline Kesteleyn in Sint-Amandsberg, of een beginnerscursus wil volgen in het jonge Brugse Kafé Keramiek van Mieke Ver Eecke, moet genoegen nemen met een wachtlijst. ‘Pottenbakken vraagt echt focus, anders loopt het mis’, zegt Kesteleyn. ‘Precies omdat je alle andere beslommeringen moet loslaten, werkt het heel rustgevend. Daarom is het zo populair.’
Als beginner leert u in één trimester de basis: klei kneden, een cilindervorm draaien en vervolgens de eerste kommetjes en bekers. U leert ook stukken ‘afdraaien’: de voet afwerken en overtollige klei weghalen. De lessenreeks wordt afgesloten met glazuren en na afloop gaat u naar huis met zo’n 15 kommetjes of bekers. ‘Om borden of andere grote stukken te maken, moet je meer klei kunnen centreren op de schijf’, zegt Busin. ‘Dat vraagt meestal wat meer ervaring.’
Voor een (beginners)cursus van 10 à 12 wekelijkse lessen betaalt u gemiddeld 390 euro. Sommige ateliers rekenen daarnaast beperkte extra kosten aan voor de bak, de klei of het glazuur (ca. 20 euro). Een heel jaar les volgen (3 trimesters) kost gemiddeld 886 euro.

Eigen draaischijf & oven
In principe weet u na één lessenreeks genoeg om thuis te starten. ‘We zien dat veel cursisten een eigen draaischijf aankopen, maar meestal pas na zes maanden à 1 jaar’, zegt zowel Busin als Kesteleyn. ‘Ook dan blijven ze naar de lessen komen om hun techniek te verfijnen.’
Philip Vermeersch, zaakvoerder van Creakor, verkoopt in Kortemark benodigdheden voor keramisten. ‘Een degelijke draaischijf voor beginnende keramisten, bijvoorbeeld van het merk Shimpo, kost zo’n 1.090 euro.’
Na het draaien moeten de potten natuurlijk gebakken worden. ‘Gebruiksgoederen moeten twee keer gebakken worden’, legt Vermeersch uit. ‘Een biscuitbak op ca. 1.000 graden en een glazuurbak op ca. 1.200 graden. Die hoge temperaturen zijn nodig om de scherf waterdicht te maken.’
Maar tegen die taak is uw keukenoven niet opgewassen. ‘Wie een keramiekoven aanschaft, moet zich eerst goed informeren over zijn elektriciteitsaansluiting, anders riskeer je de koelkast te moeten uitzetten bij elke bakbeurt. Dat is niet de bedoeling’, benadrukt Vermeersch.
Zaken die u moet checken: hoeveel ampère komt er binnen? Is er een driefasige of een mono-aansluiting? Reken voor een kleine oven van 60 liter op minimaal 2.500 euro. Per bakbeurt slorpt zo’n oven ongeveer 7,50 euro aan energie.

Grondstoffen + gereedschap
Geen potten zonder klei. Voor een ‘brood’ van 10 kg betaalt u ca. 8 euro. Goed nieuws: zolang de klei niet gebakken is, kan u die hergebruiken. Maar wie regelmatig achter de draaischijf kruipt, draait er toch snel zes broden per jaar door. Gebruiksgoed als borden, kommen en kopjes moet u glazuren om ze waterdicht te maken. De meeste ateliers maken hun eigen (dompel)glazuur, meteen de goedkoopste optie. ‘Maar dat vraagt wel wat kennis van chemie’, waarschuwt Vermeersch. ‘Daarbij moet je voorzichtig zijn met die poeders, die kunnen schadelijk zijn als je ze inademt.’
Beginners werken volgens Vermeersch het beste met kant- en-klaar (kwast)glazuur. Voor 0,5 liter betaalt u gemiddeld 18 euro. Voor een heel servies moet u rekening houden met 150 euro.
Verder op het lijstje: een set gereedschap om uw potten vorm te geven en af te werken: een afdraai-ijzer, spons, snijdraad, mirette, lomer en naald (ca. 15 euro in totaal), emmers, werkplaat en schort.

Open access
Slikt u even bij deze bedragen? Een eigen atelier inrichten is niet evident, besefte ook Mieke Ver Eecke, die met Kafé Keramiek een ‘open access atelier’ lanceerde, geïnspireerd door soortgelijke plekken in Londen en Amsterdam.
‘Leden mogen in ruil voor een vast bedrag maximaal 10 uur per week gebruikmaken van het atelier en alle faciliteiten (draaischijf, oven, glazuur), alleen de klei moeten ze betalen. Ze hebben een vaste plank waar ze hun spullen kunnen achterlaten. Een beetje zoals de fitness, maar dan voor keramiek.’ Voor twee maanden betaalt u 240 euro, een jaar lidmaatschap (10 maanden) kost 980 euro. Caro-K biedt een gelijkaardige formule aan.
Een andere mogelijkheid is zelf investeren in een draaischijf, maar uw creaties vervolgens bakken (en glazuren) op een andere plek. Cursisten van Kesteleyn kunnen bijvoorbeeld hun thuisgemaakte stukken komen glazuren en bakken in het atelier (33 euro per sessie + 10 euro per kilo). Ook Creakor stelt zijn ovens ter beschikking. Daar betaalt u 50 euro om een grote oven (200 l) af te huren voor een baksessie.

Besluit
Een jaar les volgen en zelf een atelier inrichten kost gemiddeld 4.550 euro. Daarna betaalt u jaarlijks ca. 500 euro voor grondstof, glazuur en energie. Te duur? Door gebruik te maken van een open atelier of oventijd te huren, kunt u gevoelig besparen.